Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Toen de kinderen 7,5 jaar waren geworden werden de gezinnen uitgenodigd voor het volgende meetmoment. De eerste ouders kwamen hiervoor in 2016 naar het Family Lab. Net als bij het vorige meetmoment werd er aan ouders gevraagd een (inmiddels online) set vragenlijsten in te vullen en werd er ook weer een telefonisch interview afgenomen. Dit interview ging vooral in op verschillende soorten angsten en stemmingen die iemand kan hebben. Ook de kinderen vulden dit keer een eigen korte vragenlijst in.

Tijdens de bezoeken werd er met vergelijkbare taken weer gelet op het karakter van het kind en naar de interactie van ouders met hun kind. De taken en opdrachten waren deels gelijk aan die van de 4,5-jaars meting maar daarbij afgestemd op de oudere leeftijd van het kind.

Het karakter (temperament) van het kind

Bij deze meting kwam er weer een onbekende die een praatje maakte met het kind. Ook werd gekeken hoe kinderen een praatje maakten met een onbekend leeftijdsgenootje via Skype en hoe zij computertaakjes (gericht op aandacht en concentratie) uitvoerden. Net zoals bij de 4,5-jaars meting zongen de kinderen een liedje voor een publiek terwijl er een opname werd gemaakt voor mama. Vervolgens keken de kinderen samen met een onbekende hun ‘optreden’ terug. Als één van de laatste taken werd gekeken hoe het kind samen met de ouder reageerde op een ‘indrukwekkende’ grote robot die bewoog en geluid maakte. Op het einde deden de onderzoekers en de kinderen samen nog een aantal bewegingsspelletjes om de motorische ontwikkeling te meten, zoals het hinkelen op matten. Zowel het zichtbare gedrag als de lichamelijke reactie (hartslag, de zweetreactie, de bloosreactie), van het kind werden gemeten.

De interactie tussen ouder en kind

Om te kijken hoe ouders met hun kind omgingen werd er ook tijdens de 7,5-jaars meting gevraagd aan ouders om spelletjes en taakjes met het kind te doen. Deze werden bijvoorbeeld uitgevoerd op een skippybal en op de mat. Waar veel kinderen het meest enthousiast over waren was toch wel de “Binnenspeeltuin” aan het einde van het bezoek. Hierbij konden ze onder andere schommelen, met pittenzakjes gooien, door een tunnel kruipen en van een kast springen.

Huisbezoek

Ook was er bij deze meting een huisbezoek. Tijdens dit huisbezoek werden er onder andere computertaakjes afgenomen, voerden ouders en kinderen samen acrobatiek taken uit en keken we hoe ouders en kinderen samen een 'meningsverschil' oplosten.