Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
In 2008 begonnen de eerste metingen van de gezinnen met hun 4 maanden oude baby. Dit meetmoment werd voor een deel in het UvA Family Lab afgenomen en voor een deel thuis. Ook vulden de ouders een set vragenlijsten in over de manier van opvoeden, de relatie met de partner, spanningen of zorgen, en het karakter van hun baby.

Het karakter (temperament) van de baby

Baby’s verschillen onderling sterk in hoe ze reageren op nieuwe dingen. Om die verschillen te meten deden de onderzoekers een aantal taakjes met de baby’s om te kijken hoe zij daarop reageerden. Zo lieten we de baby’s bijvoorbeeld kijken naar een bewegende mobiel, of lieten we ze aan verschillende geurtjes ruiken en verschillende geluiden horen. Daarnaast keken we hoe de baby’s reageerden op een onbekende. Bij al deze taken observeerden we zowel het zichtbare gedrag als de hartslag en zweetreactie, met behulp van plakkertjes op de huid, van het kind tijdens deze taken.

De interactie tussen ouder en baby

Om te kijken hoe ouders met hun kind omgingen, vroegen we zowel moeders als vaders een aantal spelletjes en taakjes met hun baby te doen. Zo speelden ze samen met hun baby op de bank, keken ze samen in een spiegel, en deden ze bewegingstaakjes (bijv. met de voetjes spelen, vliegtuigje spelen, samen met de baby dansen).

Dagelijkse routines

Tijdens het huisbezoek werd voornamelijk geobserveerd hoe de dagelijkse routines verliepen. Zo keken we naar het voeden en verschonen. Ook deden de vader en de moeder een aantal spelletjes met het kind, zowel apart (zoals samen spelen), als samen (zoals met het kind schommelen in een kleed).